Omdat ik een verse start wil maken voor mijn nieuwe stage, maak ik vandaag nog een blogbericht aan over mijn volgende stageplek die zal zijn bij de freelance illustrator Symen Veenstra a.k.a. Enkeling.
Morgen heb ik met hem afgesproken en gaan we bespreken hoe het zal gaan. Dus ik weet nog niet precies wat ik ga doen, maar ik heb er al wel zin in.
Enkeling is gevraagd om aankomende week mee te bloggen op IN10 over wat hem inspireert. Hij vroeg mij of ik ook een tekstje en een plaatje/filmpje over wat mij inspireert kon inleveren zodat hij dat er ook op kon zetten.
Wat inspireert mij? Er kwam meteen een hele lijst met illustratoren in mijn hoofd, maar dat zou erg onoverzichtelijk en saai worden, dus koos ik meer voor wat mij fascineert en waar ik ook mijn scriptie over doe. Toen heb ik het volgende getypt:
Het plaatje laat een pagina zien uit “578 Afbeeldingen van viervoetige dieren. Nauwkeurige beschrijving van de natuur” uit 1660. Het boek staat vol met dieren die niet bestaan, maar de tekenaar vond het waarschijnlijk vanzelfsprekend dat ze bestaan en wie zou hem niet geloven als je deze plaatjes ziet tussen allerlei hele normale dieren?
Ik teken heel vaak dieren. Ik ben me laatst gaan afvragen waarom ik ze zo fascinerend vind. De (belevings-)wereld van de dieren is voor mensen misschien wel onmogelijk helemaal te begrijpen, omdat we niet op de menselijke manier met ze kunnen communiceren. Ook omdat ze er zo anders uitzien is het moeilijk je in ze te verplaatsten. Daarom laten ze ook heel veel ruimte over voor fantasie.
We willen meer dan alleen de wetenschappelijke kijk op dieren. We zien ons huisdier vaak als een volwaardig lid van het gezin. We verzinnen allerlei verhalen met dieren in de hoofdrol, niet alleen de traditionele fabels, maar ook in veel kinderboeken en verhalen voor volwassenen spelen dieren een grote rol. We kennen ze menselijke eigenschappen toe zoals de leeuw die moedig is en de hond die trouw is en we trekken ze kleren aan. In deze verhalen leven we met ze mee alsof ze mensen zijn en we krijgen er nooit genoeg van. De eenhoorn wordt in een verhaal ook net zo geloofwaardig als een gewoon paard.
Nu kunnen we kijken naar het boek uit 1660 en denken: “wat een onzin, hoe komt hij er bij”. Maar er worden nog vaak genoeg nieuwe dieren ontdekt. Bijvoorbeeld gekke monsterachtige lichtgevende halfblinde vissen in het diepste van de zee, ze zouden heel goed tussen al die dieren in dit boek passen en wie weet vinden we ooit wel (restanten van) een eenhoorn in een ver afgelegen gebied. Ik neem aan dat ze dan wel zo goed als uitgestorven zijn, want één hoorn is helemaal niet praktisch.
zondag 2 mei 2010
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Leuk geschreven, laat het me maar weten wanneer het op de website staat en veel succes morgen.
BeantwoordenVerwijderen